Soms vraag ik me af of er een toestel bestaat waarmee je geluk kan meten. Of er iets of iemand is die beslist, wie wel of niet en hoeveel geluk je toebedeeld krijgt. Het is net of Fortuna mij niet meer toelacht de laatste tijd. Zelfs een lauwe glimlach komt zelden mijn kant nog uit. Ik bedenk dan dat mijn geluk is opgebruikt. Nul, zip, zero nog in het vaatje. Natuurlijk overdrijf ik, waar bestaat een blog anders voor, een beetje drama ligt nu eenmaal in mijn aard. Mijn eerstgeborene was een zoon, de tweede een meisje, mijn echtgenoot is een schat, een dak boven mijn hoofd, familie, vrienden, noem het maar op, ik mag mezelf gelukkig prijzen. Toch is het net alsof Ganesh, de god van voorspoed, mij verliet toen ik besloot te stoppen met werken. Op kantoor was hij overal, als een beschermer om me heen. De onheilsgodin heeft zijn plaats misschien ingenomen, wie weet. Het zijn zo van die kleine dingen, ik heb het dan niet over kinderen die je lekker buitensluiten, waardoor een gevoel van onmacht mij overvalt. Als ik terugkijk op het verleden kan ik enkel constateren dat mijn weg steeds geplaveid is geweest met rozenblaadjes en ik daarom verwend ben geworden. Vanzelfsprekend is en blijft een gevaarlijk woord. Het heeft er volgens mij ook mee te maken om op de juiste moment op de juiste plaats te zijn zoals vijftien jaar geleden. Frans, de taal dan, is altijd mijn probleemkindje geweest op de middelbare school en daarom besloten mijn ouders mij op taalvakantie naar Cannes te sturen. Het was 1991 en de golfoorlog zou niet lang meer uitblijven. De USS Enterprise, een Amerikaans oorlogsschip, lag voor de kust van Cannes om te bevoorraden en de stad werd bedolven onder mariniers uit het land van, toen nog, Bush Senior. Op een avond raakte ik in gesprek met een charmante zeebonk, het klikte meteen alsof we elkaar al jaren kenden. Op een paar uur tijd vertelde hij zijn hele levensverhaal zoals alleen Amerikanen dat kunnen. Bij het afscheid gaf hij me zijn adres, post is immers altijd welkom als je zo lang op zee zit. Een vriendin van me op school vroeg of ze ook kon corresponderen met hem en zodoende gaf ik haar het adres. Het meisje had de Nederlandse nationaliteit en was half Indonesische, half Nederlandse. Ook bij hen leek het onmiddelijk te klikken en na de golfoorlog besloot mijn vriendin om naar Amerika op vakantie te gaan en hem te ontmoeten. De vonk sloeg meteen over, de liefde was een feit. Een tijd later is ze naar hem teruggekeerd om er voorgoed te blijven en ze huwden voor de wet. In 1995 kreeg ik een uitnodiging voor een huwelijksplechtigheid in Bergen op Zoom alwaar ze voor de kerk zouden trouwen. Het werd een prettig weerzien. Ondertussen wonen ze ergens in New York tegen de Canadese grens en hebben twee schatten van zonen. Zo zie je maar geluk zit in een klein hoekje. Tijd dat ik grote schoonmaak houd in mijn sombere gedachten en begin aan het scheppen van geluk, voor mezelf, maar vooral voor anderen, want is dat niet het ultieme geluk?
George en Gwen anno 1995
dinsdag, december 05, 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Geluk is het ontbreken van ongeluk.
Geluk komt altijd bij vlagen en nooit aan één stuk door volgens mij!
Een reactie posten